Van koetshuizen tot garages in de Ridderschapstraat

In de Ridderschapstraat stonden drie koetshuizen. Na 350 jaar zijn daar nog steeds bedrijven gevestigd.

 
De Ridderschapstraat in de binnenstad van Utrecht is aangelegd in 1663. Eigenaren van panden op de Plompetorengracht zagen mogelijkheden voor een koetshuis met stal en een uitgang naar de nieuwe achterstraat. Bij Plompetorengracht 3 komt al in 1664 een koetshuis met stallen, Ridderschapstraat 4. Het gebouw is een monument en herkenbaar met de deuren, er zit nu kinderdagverblijf De Melkfabriek.
Het tweede koetshuis met stallen is voor een rijke bewoner om de hoek in de Wittevrouwenstraat. Ruim 150 jaar later wordt dat koetshuis gekocht door de eigenaar van Plompetorengracht 9. Hij geeft opdracht voor herbouw van het het koetshuis inclusief een doorgang van zijn hof naar de Ridderschapstraat. Dit koetshuis is in 1917 gesloopt om plaats te maken voor Garage U.T.A.M.. De garage is tijdens de brand bij de buurman in 1920 in allerlei ontruimd en had enige brandschade. 
 
Een derde koetshuis in de Ridderschapstraat stond er tussenin. Het was het koetshuis met stallen voor het huis Plompetorengracht 5-7. Dit koetshuis is in 1915 gesloopt. Nieuwe eigenaar Jonker Lampsins van den Velden wil er een herstelplaats voor autobussen realiseren. De kantoren van de bussenfabriek komen in Plompetorengracht 5 en 7 en in de tuin tot de Ridderschapstraat een nieuw gebouw als herstelplaats voor autobussen.

Lampsins van den Velden heeft veel ervaring met projectontwikkeling, de panden rond de Asch van Wijkkade - Wijde Begijnestraat zijn door de familie ontwikkeld. De gemeente ontvangt een aanvraag voor de Hinderwet vergunning inclusief het plaatsen van een benzinepomp met opslag. Zij wil echter op deze plek geen opslag van vluchtige stoffen toestaan en weigert een vergunning. Van den Velden laat de plannen varen. Hij verkoopt het al gerealiseerde fabriekspand in 1916 aan H.A.H. (Hidde) Nijland.
Een reclame uit 1920 van de firma Coq met Ridderschapstraat 6 en 6A
De elektrotechnisch ingenieur Hidde Nijland is de oprichter van firma De Coq, fabriek voor elektrische schakelapparatuur en schakelaars voor hoogspanning. De gemeenten ontvangt een nog ambitieuzer bouwplan. Bebouwing van de volledige tuin met een drie verdiepingen hoog fabrieksgebouw en Plompetorengracht 5 als kantoor. 
 
Ook dit plan krijgt geen groen licht. De gemeente wil geen grootschalige industriële activiteiten in het centrum. Op Ridderschapstraat 6 komt een kleinere bedrijfshal met een kantoor op 6bis. Plompetorengracht 5 koopt hij niet. De zaken gaan zeer voorspoedig. Hidde Nijland koopt enkele jaren later al een veel grotere fabriek op Kanaalweg 41, aan het Merwedekanaal.

Helaas voor de firma de Coq is de vestiging van de fabriek in de Ridderschapstraat maar een kort leven beschoren. Vlak na het 5-jarig jubileum in 1920 breekt er brand uit, van de fabriek resten alleen nog puinhopen. Zie onderstaande foto:

Het bedrijfspand Ridderschapstraat 6bis na de brand in 1920
Op deze foto steekt de gevel van Wittevrouwenstraat 14 nog net boven de muurresten van de fabriek uit. Nijland laat zich ondertussen niet uit het veld slaan door deze brand. De firma groeit door met de vestiging Kanaalweg 41 en is één van de grondleggers van Holec. 
 
Na de herbouw van Ridderschapstraat 6 is de voormalige transformatorfabriek onderdeel geworden van Garage U.T.A.M.. Daarom is in 1921 op de gevelbalk de naam geschilderd, en in 2012 en 2020 opnieuw. Zie overigens ook het stukje over het pand Plompetorengracht 5-7. Het veranderde van bestemming, van nog lange tijd chique wonen tot de school die er nu nog steeds zit.

.